Balkje het Ezeltje wordt verliefd

Balkje de Ezeltje wordt verliefd

Mussenman,” zei Balkje het Ezeltje terwijl hij naar zichzelf keek in de spiegel en zijn lange zwarte ooghaar mooi maakte met een pikante schaar, “Ik denk dat ik verliefd ben.”

 “Ah, Balkje, op wie ben je nu verliefd, je bent te lelijk,” lachte Mussenman. “En je benen staan scheef en je oren zijn aan flarden.”

“Nee, echt Mussenman, ik zag gisteren de mooiste meisjesezel ter wereld. Ze is prachtig! En elegant, met de mooiste wimpers die je ooit hebt gezien.”

“Waar heb je deze mooie meisjesezel gezien? Waarom is ze zo mooi?”

“In de dierentuin woont ze, in de dierentuin van Virginia. Ze woont met veel andere ezels, in zo’n kamp en ze hebben allemaal dezelfde soort pyjama aan.”

“Dragen de ezels in de dierentuin kleren?” vroeg Mussenman nieuwsgierig.

“Mussenman, je gelooft het niet. Al die ezels dragen zo’n witte en zwarte pyjama. Maar die meisjesezel is de mooiste ezel van allemaal.”

“Witte en zwarte pyjama?”

“Ja man”, zei Balkje alwetend. “Pyjama, met strepen. De helft van de strepen was zwart en de andere helft wit, sommige waren verticaal en andere horizontaal.”

“Klinkt me niet goed in de oren,” zegt Mussenman en hij krabt zich achter de oren. “Ik vraag me af of ze de pyjama van iemand hebben gekocht?”

“Ik weet het eigenlijk niet”, mompelde Balkje het Ezeltje, en hij vond zo’n verlangende uitdrukking in zijn ogen. “Het leek me net alsof iemand de pyjama aan hen geschilderd heeft.”

“Met verf?”

“Met verf ja,” zei Balkje. “Met verf.”

“Of misschien waren het witte ezels en dan schilderde iemand er zwarte strepen op?”

“Misschien wel, of misschien waren het zwarte ezels en schilderde iemand er witte strepen op. Ik denk dat hun binnen- en buitenkant er hetzelfde uitzien.”

“Balkje,” zei Mussenman, “ik denk dat we naar de dierentuin van Virginia moeten gaan om het te onderzoeken. Ik zou heel graag willen zien hoe die mooie meisjesezel eruit ziet waar je zo verliefd op bent.”

“Ze is heel mooi”, zegt Balkje verliefd. “Ik denk dat ik haar ga vragen om met mij te vrouw.”

“Vrouw? Vrouw, Balkje? Je bedoelt trouwen, zeker.”

“Het spijt me, Mussenman”, mompelde Balkje het Ezeltje verbijsterd. “Ik word nerveus, dan komen de woorden aan mijn verkeerde kant naar buiten.”

“Verkeerde kant? Balkje, ben je nu helemaal de kluts kwijt?”

“Ik bedoel, ik bedoel…” stamelde Balkje. “Ik bedoel, ik word nerveus als het om meisjes gaat, Mussenman, dan praat ik verkeerd,”

“Nee man”, je hebt te veel haast, Balkje. “Je moet haar eerst goed leren kennen en haar ijs kopen. Je moet het rustig aan doen, anders valt je de meisjes lastig.”

“Juist,” zegt Balkje, laten we rijden.” Mussenman en Balkje sprongen daar op de scooter van Balkje en daar trekken ze op naar de dierentuin, met zo’n Vrijstaat-stofstreep die achter hun uitlaatpijp dwarrelen.

“Daar is ze, daar is ze!” riep Balkje het Ezeltje opgewonden, toen ze het kampje in de dierentuin zagen met alle gestreepte ezels erin.

“Welke, welke? vroeg Mussenman nieuwsgierig. Hij zocht dat de vonken eraf vliegen om te zien welke gestreepte ezel Balkje bedoelde.”

“Uh, uh…” stamelde Balkje en hij keek met zijn beide ogen om te zien of hij dezelfde ezel weer kon zien. Opeens zagen alle ezels er voor hem uit als kleine ezeltjes. Ze zien er allemaal precies hetzelfde uit.

“Nu weet ik het niet, ze lijken nu allemaal op elkaar.”

“Balkje,” zei Mussenman, “het zijn geen ezels deze man, het zijn zebra’s!”

“Hoe bedoel je?” stotterde Balkje het Ezeltje verontrust. Snel friemelde hij in zijn rugzak om zijn donkere bril te pakken om beter te kunnen zien.

“Het zijn zebra’s dat, geen ezels. Ze hebben ook geen pyjama aan. Zebra’s zien er net zo uit. Zebra’s zijn stout, Balkje. Ze houden ervan om mensen poetsen te bakken en strepe uithalen.”

“Maar wie heeft ze wit en zwart geschilderd?” vroeg Balkje by, en hij keek verlegen naar de zebra’s.

“Ik weet het echt niet,” zegt Mussenman peinzend, “maar ze zien er allemaal hetzelfde uit en het zijn zeker geen ezels.”

“Mussenman,” zei Balkje boos, “waarom vertelde je me niet over zebra’s voordat we naar de dierentuin kwamen?”

“Ah, Balkje mijn Ezeltje,” zei Mussenman, “je was zo opgewonden en zo verliefd op de mooie zebra, ik wilde zien hoe ze eruit zag. Ik hoopte zo dat jullie twee op een dag zouden trouwen en ik wilde zo graag zien hoe jullie kinderen eruit zouden zien.”

“Onze kinderen?”

“Ja, Balkje,” lachte Mussenman, “afstammelingen. Ik zou graag zien hoe jullie kindertjes eruit zien.”

“Nou,” zei Balkje het Ezeltje boos, toen hij wegliep en op zijn scooter stapte, “nu zullen we het waarschijnlijk nooit weten. Ik denk dat onze kinderen eruit zouden zien als fox terriërs, half ezel en half zebra.”

*

Leave a comment

Design a site like this with WordPress.com
Get started