Hage Hagedis verliest zijn onderdeel

De dieren in de Vrijstaat zijn allemaal boezemvrienden – iedereen kent elkaar en elke ochtend bij zonsopgang drinken ze samen een kopje boerenroos om de dag te beginnen. De Vrijstaat is ‘n provinsie van Zuid-Afrika, reg in die middel van de grote Afrika.

Het is een mooi gezicht en prachtig om te zien, want alle Free Staters zijn welkom om samen koffie te drinken. Iedereen, behalve de voormalige koning van de beesten, Leo Leew, omdat hij de neiging heeft om sommige van zijn mede-koffiedrinkers als ontbijt op te eten. Leo Leew maakte er een gewoonte van zijn vrienden en familie te verslinden en daarna trok de echte koning der dieren, de wijze Mussenman, Leo Leeuw se uitnodiging voor het koffiedrinkfeest in. Leo Leeuw was simpelweg niet meer welkom, omdat Mussenman van mening was dat de kans klein was dat Leo Leeuw zijn gedragspatronen en eetgewoonten zou veranderen. Leo Leeuw was persona non grata op de ontmoetingsplaats van de dieren, hij hoefde alleen maar buiten te zitten en te kijken hoe de andere dieren namens hem koffie dronken.

Het was dat jaar winter in de Vrijstaat en die ochtend was er consternatie bij het ochtendkoffiedrinkfeestje. Mussenman en zijn adjudant, de minder begaafde Balkje het Ezeltje, konden zien dat niet alle dieren van de Vrijstaat aanwezig waren. Sommigen van hen waren momenteel afwezig.

“Is iedereen hier dan?” vroeg voornamelijk Mussenman, terwijl zijn ogen onderzoekend over alle dieren gingen. ‘Het lijkt me een beetje vaag vanmorgen, Balkje. Ik denk dat er een paar jongens afwezig zijn. Misschien slapen ze uit of hebben ze vanochtend geen zin in boertroost.”

Hoewel Balkje het Ezeltje geen erg begaafde ezel is, kon hij heel goed oppakken en aftrekken. Op de volksschool in Virginia haalden hij en Mussenman altijd de beste cijfers voor sommen en rekenen – ze versloegen zelfs de mooie secretaressevogel als het op tellen aankwam. ‘Ik weet het niet, Mussenman, misschien heb je gelijk. Wacht, ik zal snel alle dieren tellen en dan zal ik verslag uitbrengen.”

Mussenman trekt nog een heerlijk boerenkoekje dichterbij en dompelt zich onder in zijn boerencomfort. Boerenbeschuit is Mussenman’s favoriete ontbijtmaaltijd, hoewel hij ook van kruimelpap, maïspap en andere traditionele Vrijstaat-ontbijten houdt, zoals koekjes en melktaart.

Straks is Balkje het Ezeltje er weer, met zijn presentielijst op het stenen bord in zijn poot. “Ik heb een compleet overzicht gemaakt, Mussenman, en heb alle cijfers met mijn potlood op mijn leitje genoteerd. Iedereen is hier, alle dieren van de Vrijstaat, behalve Poffie Pofadder.”

‘Er zit een slang in het gras, Balkje,’ mijmerde Mussenman bezorgd. “Poffie is nooit afwezig voor koffie in de ochtend, hij is altijd aanwezig en staat meestal vooraan in de rij om zijn boer te troosten. We zullen hem moeten gaan zoeken. Verzamel een zoektocht en ga hem zoeken! Neem een ​​paar vuurvliegjes mee, die moeten lampjes op hun kop hebben. Ga eens kijken in het slangenhol van Poffie Poffadder, misschien zit hij daar verstopt.”

“Maar Mussenman, de lichten van vuurvliegjes zitten op hun staart, niet op hun kop!”

“Je hebt gelijk, Balkje, honderd procent gelijk. Stuur de vuurvliegjes achteruit in het slangenhol van Poffie Pofadder om te zien of hij daar is. Met andere woorden, de achterste vuurvlieg moet vooraan in het refrein staan.”

Een uur of drie later keerde Balkje het Ezeltje zoektocht terug uit het slangenhol van Poffie Pofadder, met goed nieuws. Naast Balkje staat Poffie zelf in levende lijven, staart tussen de benen, te beschaamd voor woorden. Poffie is zo zenuwachtig dat hij Mossieman niet eens in de ogen wil kijken. Poffie heeft een tas bij zich, maar probeert de tas te verbergen zodat Mussenman hem niet opmerkt.

‘Wat is er met jou gebeurd, Poffie? Waarom ben je vanmorgen niet zoals gewoonlijk gekomen om samen met ons een kopje boerenthee te drinken? A-nee-a, dat gaat niet! Wat er is gebeurd? En waarom kom je hier op dit uur van de ochtend aan? Waar was je?”

Poffie Pofadder schuifelt druppelstaart dichterbij om het uit te leggen. Hij stampt rond zodat Mossieman de tas achter zijn rug niet kan zien. Maar natuurlijk kan een grote oude kwartel zijn mond niet houden en flapt hij Poffie’s geheim er luid uit. ‘Hij verbergt iets achter zijn rug, Mussenman! Hij verbergt iets in zijn zak, kijk achter zijn rug!”

Mussenman keek Poffie Pofadder streng aan en knipperde boos met zijn ogen. “Teen-teen, weg ermee, Poffie! Waar ben je geweest en wat verstop je in die tas achter je rug?”

Mussen keek Poffie Pofadder streng aan en knipperde boos met zijn ogen. “Teen-teen, weg ermee, Poffie! Waar ben je geweest en wat verstop je in die tas achter je rug?”

Poffie realiseert zich dat ze zwaar gebakken is en haalt verlegen de zak tevoorschijn om Mussenman en alle andere dieren te laten zien.

“Wat zit er in de tas, Poffie? Maak het dan open zodat we het kunnen zien.”

De kogel ging door de kerk en Poffie besefte dat hij geen andere keuze had dan hele manden zoete aardappelen op de proppen te laten komen. Waar David de wortels ook begroef, hij zou zijn geheim aan de grote bel moeten hangen.

“Het is mijn staart in de zak, Mussenman,” bekent Poffie ondersteboven, tranen in zijn mooie blauwe ogen. “Mijn staartje viel eraf en toen schaamde ik me en toen stopte ik het in mijn tas om mijn schaamte te verbergen. Ik schaam me om rond te sluipen zonder mijn staart.”

Mussenman en Balkje het Ezeltje kijken elkaar aan en alle dieren kijken naar hen. “Maar Poffie, slangenstaarten vallen er toch niet af? Waar heb je de staart vandaan?”

‘Precies naast mijn slangenhol, Mussenman, daar waar de achterwaartse vuurvliegjes en Balkje het Ezeltje me kwamen zoeken.’

Mussenman begon te glimlachen en toen lachten alle dieren samen om de schaamte van Poffie Pofadder. ‘Het is niet jouw staartje, man. Breng het hier zodat ik het kan zien.”

Respectvol en met gebogen hoofd overhandigde Poffie Pofadder de tas met zijn staartje aan Mussenman. Mussenman maakt voorzichtig de tas open en tuurt erin. Het enige wat hij ziet is een kronkelend groen staartje dat niet stil blijft liggen. De kleine groene staart wiebelt en kronkelt om uit de buidel te komen. Mussenman bond de zak snel weer vast om de pluizige staart in de zak te houden.

“Balkje,” lacht Mussenman, “ga Hage Hagedis zoeken en zeg hem dat we zijn verloren staart hebben gevonden.”

“Zie je, Poffie,” spot Balkje, “je was voor niets bang en nu heb je vanmorgen je boerentroost gemist. Je raapte de kleine hagedisstaart van de arme Hagedis op en verstopte hem in je tas. De arme kerel heeft de hele dag naar zijn verloren staartje gezocht.”

“Hage Hagedis! Mal! Maar hoe weet je dat het zijn staartje is, Balkje?”

“Omdat hagedissen hun staart afwerpen als ze bang zijn. Dan rent hij weg en het staartje blijft kronkelen op de grond. Dit is zijn misleidingstactiek om aan gevaar te ontkomen. De arme Hage Hagedis moet hem ergens bang voor hebben gemaakt, toen hij zijn staartje kwijtraakte toen hij wegrende.”

“Maar voor wie zou de arme hagedis nu bang zijn, Balkje? Voor wie is hij zo bang?”

“Voor jou, Poffie, voor jou. Hij zag je vanmorgen vroeg en toen begon zijn broek te trillen van angst. Hij dacht dat je hem ging pikken en opeten, dus koos hij voor het hazenpad. Alleen zijn staartje bleef over.”

Juist op dat moment kwam Hage Hagedis bevend van angst achter een boom vandaan en bleef angstig naar Poffie Pofadder en alle andere dieren staan ​​kijken.

“Kom dichterbij, Hage Hagedis,, we hebben een grote crematie voor je. Je buurman Poffie Pofadder raapte je ontbrekende staart op en bewaarde hem veilig in een tas. Is dat niet zo, Poffie? En nu gaat Poffie je formeel je staart teruggeven.”

“Heel erg bedankt, Mussenman en Balkje. En Poffie. Bedankt dat ik mijn verloren staart weer terug kan krijgen”, veegde Hage Hagedisje een traan weg.

Ceremoniële overhandiging van de staart van Poffie aan Hage Hagedis,  onder groot applaus van alle dieren van de Vrijstaat. “Er is maar één probleem, oude Hage. Hoe ga je je staart weer op je achterwerk krijgen? Ik bedoel, hoe ga je hem weer vastmaken? Ga je wonderlijm gebruiken?”

“Alles is in orde, Poffie, dank je. Nee, onze hagedissen hechten onze staarten niet opnieuw, we laten gewoon een nieuwe staart groeien.”

“Maar wat doe je met je oude staarten?” vroeg Poffie verbaasd.

“Ga-ga-ga,” lachte Hage Hagedisje. “We monteren hem op een stuk hout en zetten hem op onze open haard, net als een trofee.”

“Een trofee? Op de open haard?”

‘Ja, man, samen met de portretten en kiekjes van onze voorouders en nakomelingen en al onze andere open haardliefhebbers.’

“Hijgend hert der jacht ontkomen!” zecht Balkje het Ezeltje aan Mussenman, terwijl Poffie Pofadder en Hage Hagedisje arm om de schouder en loop bij ze weg “Wat een pittig verhaal!”

*

Leave a comment

Design a site like this with WordPress.com
Get started